Kan en wil de Fed een stapje verderzetten op weg naar beleidsnormalisatie
Markt blijft kwetsbaar
Vorige maand zorgde de Fed-vergadering voor een vrij stevige (toegegeven kortstondige) marktreactie. Voorzitter Powell verdedigde nog wel de verhaallijn dat de inflatie tijdelijk is, maar vooral de vooruitzichten van de Fed gouverneurs (dots) gaven aan dat de geesten opschoven in de richting van de een snellere renteverhoging (2 verhogingen van 0.25% in 2023, een minderheid wil al eind 2022 starten). Ook het intern debat over de afbouw van obligatieaankopen (“Thinking about thinking about tapering”) was gestart. Dat zorgde toen voor een stijging van vooral het korte en middenstuk van de rentecurve, een hogere reële rente en een sterkere dollar. Samengevat: sterke groei en het risico op hogere en misschien ook iets bestendigere inflatie, deed de markt rekening houden met een mogelijk snellere start van de beleidsnormalisatie.
6 weken later bekijkt de markt de feiten toch wel door een andere bril. De inflatiecijfers liepen sneller op dan verwacht. De activiteitsdata op zich (ook de arbeidsmarktdata) houden zich aan het script. Toch vragen markten zich steeds meer af of de groei na de eerste, deels stimulus-gedreven, versnelling het verhoopte momentum kan aanhouden. De deltavariant, nog steeds verstoorde aanvoerkanalen, het moeilijk invullen van vacatures en hogere kosten, het zijn evenveel factoren die de groei dreigen te hypothekeren. De korte rentes hebben de verwachting over de timing van de eerste renteverhoging na de Fed dots van vorige maand al wat teruggeschroefd. Vooral de lange rente heeft er een stevige herprijzingen opzitten. De curve werd steeds vlakker. Vanmorgen zet de Amerikaanse reële rente nog maar eens een nieuw historisch dieptepunt. De inflatieverwachtingen houden wel stand en bodemen uit.
Hoe dit te interpreteren? Als economist zie je de lage reële rente als een teken van groei-onzekerheid. In combinatie met relatief hogere inflatieverwachtingen doemt dan zelfs zoiets als stagflatie op aan de horizon. In een meer monetair geïnspireerde interpretatie is de lage reële rente een mogelijke aanwijzing dat de markt verwacht dat de Fed niet te snel van stapel zal/kan lopen met de afbouw van obligatieaankopen en ondertussen toelaat dat de inflatie ‘tijdelijk’ (wat dat ook moge zijn) hoger mag blijven.
Wat moeten Powell en co met die info als ze vandaag en morgen het beleid tegen het licht houden? Het debat over de obligatieaankopen is in juni gestart. Is het nu al het juiste moment om hier concreter te worden? Sommige Fed-gouverneurs vinden van wel. We verwachten echter dat eventuele hints ter zake er pas komen eind augustus (Fed-symposium Jackson Hole) of op de septembervergadering (met nieuwe vooruitzichten). Het is uiteraard niet de taak van de Fed om de markten voor de vriend te houden/in te wilgen. Toch loert het risico van bijkomende onrust/volatiliteit om de hoek. Stilaan iets meer de (inflatie)koe bij de horens vatten en de markt voorbereiden op wat minder monetaire steun? Dat dreigt de groei-onzekerheid alleen maar aan te wakkeren. Wat langer de kat uit de boot kijken, de groeikansen geven en hopen dat het verhaal van een ‘tijdelijke’ inflatie stilaan zichtbaar wordt in de cijfers? Ook dat houdt risico’s in. Joe Sixpack voelt de hogere prijzen stilaan wel in zijn portemonnee. Het dreigt het beschikbaar inkomen en dus ook de groei aan te tasten. Powell’s voorgangster Yellen, ooit nog dager van de bijnaam ‘witte duif’, heeft nu het petje op heeft van minister van Financiën in de regering Biden. Die begint in stilaan andere accenten te leggen i.v.m. Blijvende stimulus? Ok. Maar toch ook liefst geen verhaal van fors oplopende prijzen in de aanloop naar de tussentijdse verkiezingen volgend jaar gaan. Conclusie voor Powell op de persconferentie morgen kan dan ook zijn: misschien wel veel praten, maar niet te concreet worden en vooral geen bijkomende volatiliteit veroorzaken.