Poolse centrale bank relativeert inflatieopstoot
EUR/PLN veert op vanuit 4,45-steunzone
We keken uit naar de beleidsvergadering van de Poolse centrale bank (NBP) gisteren, ook al was dat “maar” een tussentijdse bijeenkomst zonder nieuwe voorspellingen. De Centraal-Europese collega’s in Tsjechië en Hongarije losten tijdens de afgelopen weken een duidelijk schot voor de boeg: de oplopende inflatie is mogelijk toch iets persistenter dan tot nog toe gedacht en dat noopt aan tot actie. De Hongaarse prijsstijging liep in de maand mei bijvoorbeeld op tot 5,1% j/j, ver boven de maximaal toegestane 4% en niet enkel het gevolg van statistische effecten (zie bericht gisteren). Voor Polen bedroeg die 4,8%. De NBP streeft naar 2,5% inflatie met een toegestane afwijking van +/- 1 ppt. Sommige NBP-raadsleden zoals Hardt vinden de tijd rijp voor op z’n minst een symbolische renteverhoging waarmee de centrale bank aangeeft dat ze net zoals haar CE-collega’s klaar staat om op te treden indien nodig. Het ziet er niet naar uit dat ze dat binnenkort zal doen.
De NBP gaat in het beleidscommuniqué van gisteren uitgebreid in op de huidige inflatieopstoot. Een lage vergelijkingsbasis, hogere olie-, elektriciteits- en voedselprijzen, verhoogde transportkosten en tijdelijk verstoorde internationale aanbodketens sleuren inflatie hoger. Het zijn echter vooral zaken waar een centrale bank in principe weinig aan kan doen, klinkt het. Ze zijn bovendien maar tijdelijk, al zegt ze er in één adem bij dat het de inflatie nog voor maanden boven de maximaal aanvaardbare 3,5% kan doen uitstijgen. Tijdelijk is een rekbaar begrip. Om die boodschap kracht bij te zetten, verwijst de NBP nog eens naar haar “richtlijnen voor monetair beleid voor 2021”. Daarin zegt ze dat het antwoord van de centrale bank op macro-economische en financiële schokken, zoals de pandemie, en hun gevolgen op inflatie afhankelijk is van aard ervan. Lees: een tijdelijke schok vereist geen monetair gevolg.
Een stijging van het prijspeil moet komen van een sterke economie en dito arbeidsmarkt (onder de vorm van opwaartse loondruk). Daar bestaat op dit moment nog altijd veel onzekerheid rond en dus houdt de NBP het monetair beleid ultrasoepel met een rente van 0,1% en obligatie-aankopen. Ze behoudt de mogelijkheid om te interveniëren op de wisselmarkt indien nodig. De appreciatie van het huidige zloty-niveau blijft wel neutraal, wat geen onmiddellijke interventieactie suggereert. Wat de munt betreft; die reageerde een beetje teleurgesteld. De zloty ging de afgelopen weken maar wat graag mee in de CE-retoriek die ook de Hongaarse forint en Tsjechische kroon een mooie rit bezorgde. Maar anders dan bij die laatste is concrete rentesteun na gisteren toch nog niet voor meteen. EUR/PLN testte de afgelopen dagen meermaals de 4,45-steun maar dat niveau blijft dan toch overeind. Het koppel sloot nabij 4,474.