Houdt sterk (Amerikaanse) groeimomentum aan?
USD: meer dan een tijdelijk herstel?
Zoals steeds kijken we de eerste kalenderweek van een nieuwe maand uit naar een uitgebreide update van de belangrijkste data in de VS. De VS en het VK nemen vandaag wel eerst nog een financiële snipperdag (Memorial Day in de VS, Spring Bank Holiday in het VK). Dat leidt waarschijnlijk tot lage volumes en technische handel in de Europese markten. In Duitsland (en Spanje) krijgen we vandaag wel al een eerste schatting van de inflatie in mei. Die wordt in beide gevallen boven de 2% ECB-doelstelling verwacht (respectievelijk 2.3% j/j en 2.5% j/j). Morgen moet zich dat vertalen in een EMU-inflatie die verder aantrekt van 1.60% j/j tot 1.90% j/j. Hoofdvraag blijft of dat de markten verder te doet twijfelen aan het tijdelijk karakter van de huidige inflatieopstoot. Het gebrek aan reactie op hoger dan verwachte Amerikaanse PCE deflators vrijdag suggereert dat waarschijnlijk een stevige opwaartse verrassing nodig is om op korte termijn nog hogere inflatieverwachtingen te verdisconteren. De Europese kerninflatie wordt ook nog steeds op een zeer matige 0.9% j/j/ verwacht.
In de VS is het vooral uitkijken naar het ISM-vertrouwen (verwerkende nijverheid dinsdag; dienstensector donderdag) en naar de arbeidsmarktdata (ADP en werkloosheidsaanvragen donderdag, payrolls vrijdag). Die data zijn ook stilaan de laatste belangrijke input voor de Fed-vergadering van 16 juni. Als Fed-gouverneurs hun mening nog willen bijstellen, is het deze week het moment.
Wat de data zelf betreft wordt nog steeds verwacht dat zij het herstel bevestigen (ISM verwerkende nijverheid verwacht op 61, diensten ISM op 63!). Op zich is er geen reden om ‘negatief’ te worden. Recent waren er wel iets minder uitbundige regionale/sectorale indicatoren. Prijsstijgingen voor aangevoerde goederen, moeilijke leveringskettingen en moeilijkheden om geschikt personeel te vinden, zorgden er (soms) voor dat het aanbod de vraag niet kan volgen. De minder vlotte terugkeer van arbeidskrachten naar de arbeidsmarkt was ook deels een verklaring voor het ontgoochelend arbeidsmarktrapport in de VS vorige maand. Voor mei wordt opnieuw een tewerkstellingsgroei van 663 000 verwacht (was een zwaar ontgoochelende 266 000 in april). De werkloosheidsgraad in de VS zou daardoor dalen tot van 6.1% tot 5.9%. Maandcijfers zijn inherent volatiel en een herstel na het zwakke cijfer van april lijkt logisch. Nieuwe minder sterke cijfers kunnen anderzijds toch voor onzekerheid zorgen. Gaat de Amerikaanse economie de top van het groeimomentum sneller bereiken dan verwacht? Op het eerste gezicht zou dat een bijkomend argument zijn voor de Fed om het beleid langer soepel te houden. In de mate dat die ‘groei-hindernissen’ hun oorsprong vinden in factoren waar het monetair beleid weinig grip op heeft (problemen met de toelevering, mismatch in de arbeidsmarkt) of die onrechtstreeks een gevolg zijn van het ultra-soepel beleid (hogere grondstoffenprijzen) wordt de conclusie voor de markten minder voor de hand liggend.
Voorlopig bevinden de meeste beurzen zich nog steeds op cyclische (Europa) of nabij historische recordniveaus (VS). Hier wordt het uitkijken of de balans tussen groei en inflatie dit positief momentum blijft ondersteunen. Op de rentemarkt bekoelde de inflatiehype recent. De Amerikaanse lange rentes zijn al enige tijd in een zijwaarts consolidatiepatroon terechtgekomen. Meer nog dan de data, is het daar vooral wachten op hints vanuit de Fed dat het debat over de monetaire afbouw eindelijk kan/moet starten. Ook de Europese rentemarkten waren vorige week aan een adempauze toe. De dollar toont al enig tijd serieuze barsten, maar tot een echte breuk kwam het vorige week dan ook weer niet. Was de USD-comeback een eendagsvlieg of is er voorlopig voldoende slecht nieuws verdisconteerd? Ook hier ligt de sleutel waarschijnlijk bij de Amerikaanse (reële) rente en dus bij de Fed. Gezien de relatief hoge verwachtingen i.v.m. de Amerikaanse data blijven we tot nader bericht eerder voorzichtig over de Amerikaanse munt. 1.2266 is nu de eerste technische referentie in EUR/USD.