Amerikaanse inflatie versnelt fors in april
Rentes stijgen. Dollar probeert terug te vechten. Amerikaanse beurzen blijven onder druk
Inflatie was het thema van de week en dat zal waarschijnlijk nog wel even zo blijven na het Amerikaanse inflatierapport dat vanmiddag werd bekend gemaakt. De consumentenprijzen in de VS stegen in april veel sneller dan verwacht. De algemene inflatie sprong op met 0.8% m/m om af te klokken op 4.2% j/j, ver boven de marktverwachting (3.6% j/j). Zelfde beeld voor de kerninflatie die geen rekening houdt met de volatiele voedsel- en energieprijzen: 0.9% m/m en 3.0% j/j (was 1.6% in maart). De maandstijging was breed gedragen over zowat alle deelcategorieën van de inflatiekorf, met uitzondering de energieprijzen. De algemene dienstenprijzen stegen 0.6% m/m. Kosten verbonden aan wonen ging 0.5% hoger vergeleken met een maand eerder. Er waren ook opvallende stijgingen voor transport (2.5% m/m), recreatie (0.9%) maar bij voorbeeld ook tweedehandswagens (10.0%).
De marktreactie is in lijn met de prijsbeweging eerder deze week. De rentes stijgen, logischer wijs opnieuw gedreven door een verder oplopende inflatiecomponent. De stijging doet zich vooral voor in het middelst segment van de rentecurve (5j-10-j). Zo loopt de evenwichtsinflatie afgeleid op basis van Amerikaanse overheidsobligaties met een looptijd van 5 jaar op tot het hoogste niveau sinds 2005 (2.78%). De reële rente stijgt nauwelijks (1 bp). Toch probeert de dollar terrein terug te winnen na een moeilijke rit eerder deze week. EUR/USD test opnieuw de kaap van 1.21. De Amerikaanse beurzen blijven onder druk met opnieuw de grootste schade voor de technologieaandelen (Nasdaq -1.4%). De Europese beurzen ondervonden tijdelijk wat nevenschade van de terugval in de VS, maar maakten die terugval alweer snel ongedaan.