Erdogan beantwoordt de vraag van $128 miljard
EUR/TRY rondt de kaap van 10
De Turkse lira verzwakt in geen tijd tot de allerlaagste niveaus ooit. Eind vorige week steeg het muntenpaar EUR/TRY nog maar voor de tweede keer boven het 10-niveau uit. Deze keer lijkt het erop dat het verblijf langer zal duren dan de vorige, kortstondige, periode begin november 2020. Ophefmakende commentaren van president Erdogan liggen aan de basis van de meest recente beweging. Hij gaf vorige week een antwoord op de vraag die het land al twee maanden in de ban hield: “Waar is de $128 miljard naartoe?” De voornaamste oppositiepartij wil tekst en uitleg bij het FX reservebeleid gevoerd onder voormalig minister van financiën en hoofd van de schatkist, Albayrak. Erdogan’s schoonzoon probeerde tussen 2019 en 2020 samen met toenmalig hoofd van de centrale bank Uysal om via wisselkoersinterventies de vrije val in de Turkse lira te stutten. Zonder succes. EUR/TRY noteerde begin 2016 rond 6. De Turkse oppositie verwijt de regering het verbrassen van FX reserves lang nadat duidelijk werd dat ze hun effect misten. Bovendien zouden ze occasioneel aan niet-marktconforme koersen gebeurd zijn aan ingezeten van het Turkse establishment.
Woensdag gaf Erdogan het verlossende antwoord. Elke voeling met de realiteit missend verklaarde hij fier dat het niet om $128 miljard maar $165 miljard ging en dat Turkije bereid is om indien nodig opnieuw over te gaan tot wisselkoersinterventies. Die laatste woorden klinken bijzonder hol nadat de centrale bank publiceerde dat het netto aantal FX reserves met 75% verschrompelde tot minder dan $10 miljard. Investeerders weten hoe laat het is en nemen de (kapitaal)vlucht. Naast de sombere FX waarheid vrezen ze een nieuwe periode van onorthodox monetair beleid onder de nieuwe centrale bankier Kavcioglu. Die was in een vorige carrière adept van Erdogan’s lagere rentes voor lagere inflatie theorie. Markten vrezen dat hij binnenkort het werk van tussenpaus – en enige geloofwaardige centrale bankier Agbal – zal ongedaan maken door de verstrakkingscyclus ondanks torenhoge inflatie en een structureel verzwakkende munt niet enkel zal stopzetten, maar nadien ook opnieuw omdraaien.