Chinese Inflatie stijgt sneller dan verwacht
Op weg naar de lang verwachte globale inflatieopstoot?
Inflatie zou een van de grote economische thema’s voor 2021 worden. Tot nu bleven de prijsstijgingen, zeker voor consumenten in de ontwikkelde economieën beperkt, maar we naderen het uur van de waarheid. De prijsval van vorig jaar omwille van corona valt stillaan uit de prijsvergelijking waardoor de jaar-op-jaar cijfers hoger moeten. De Chinese data vanmorgen bevestigen dit proces. Vooral de Chinese producentenprijzen zetten een stevige stap hoger, van 1.7% j/j in februari tot 4.4% in maart. Consumenteninflatie steeg van -0.2% j/j tot 0.4% j/j in maart. Het verschil is deels een indicatie dat de verwerkende nijverheid vooroploopt in het herstel en hogere grondstoffen en andere kosten verbonden aan de pandemie doorrekent. Het herstel van de consumentenvraag, die ook veel diensten omvat, loopt nog achter. Bovendien wordt de CPI-inflatie in China afgeremd door een specifieke factor: een daling van de voedselprijzen. De prijzen voor varkensvlees kennen een negatief basiseffect van de hoge prijzen vorig jaar omwille van de varkenspest. Dat effect zal later dit jaar uitdoven. De Chinese centrale bank maakt zoals altijd geen echt bruuske bewegingen. Toch zijn de hogere inflatie en de risico’s voor overdrijvingen aanleiding om onder meer de groei van de kredietverlening via (vooral technische) maatregelen af te remmen. Voorlopig had de hogere inflatie en het vooruitzicht op een minder gul monetair beleid vanmorgen weinig impact op de yuan. Vandaag krijgen we ook de PPI-producenteninflatie in de VS. Volgende week staat de CPI op de agenda. Uitkijken hoe fors die basiseffecten daar doorwegen.
Nog even een zijsprongetje naar de voedselprijzen. Daar is de ontwikkeling in China alvast atypisch. Gisteren maakt de FOA, de voedselorganisatie van de Verenigde Naties haar maandelijkse wereldvoedselprijsindex bekend. Die steeg in maart met 2.1%, de 10de maandstijging op rij en bereikte daarmee het hoogste niveau sinds juni 2014. Voor veel deelcomponenten van de index spelen specifieke vraag/aanbod factoren, maar toch ook de algemene reflatietrend. Recent stegen voor de prijzen voor vegetarische oliën, melkproducten en vlees. De prijsstijging voor granen vertraagt (-1.8%) maar blijft 26.5% hoger vergeleken met een jaar geleden. Ook de vooruitzichten voor de vraag/aanbodbalans voor granen blijft dit jaar waarschijnlijk krap. De trendmatige stijging van voedselprijzen kan vooral een probleem worden voor opkomende landen waar voedsel een relatief groter deel van de consumentprijskorf inneemt. Hogere inflatie, samen met een hogere (reële) rente in de kernlanden, kan een (bijkomende) factor worden die de druk op de centrale banken van de opkomende landen verhoogt om het soepel beleid ter compensatie van corona sneller dan verhoopt bij te sturen.