Nieuw-Zeelandse regering grijpt in op huizenmarkt …
… en verlicht zo druk op de centrale bank
Nieuw-Zeeland bestrijdt de pandemie aanzienlijk efficiënter en effectiever dan in veel andere delen van de wereld. Het land herstelt daardoor vrij vlot en in elk geval sneller dan verwacht van de coronaklap. Behalve de fiscale maatregelen, ondersteunt het uiterst soepel monetair beleid die economische wederopstanding. De Nieuw-Zeelandse huizenmarkt pikt daar meer dan één graantje van mee. Huisprijzen in februari stegen bijvoorbeeld met 21,5% j/j, het snelste tempo sinds 2004. Vooral de speculatieve vraag boomt. Van alle huisaankopen, gebeurde maar liefst 40% op het conto van vastgoedinvesteerders. Dat is een record. De overheid vreest voor een zeepbel. Door de onophoudelijk scherpe prijsstijgingen is het bovendien almaar moeilijker voor mensen zonder woning of met een lager inkomen om de huizenmarkt te betreden. Premier Ardern en co grijpen in. Ze schaffen onder meer de fiscale aftrekbaarheid van de intresten op hypotheekleningen voor investeerders af. Daarnaast verlengt de regering de periode waarin de verkoop van een woning belastbaar is van vijf tot tien jaar. Door meer land beschikbaar te maken en subsidies te voorzien voor woningbouw, bespeelt Nieuw-Zeeland ook de aanbodzijde van de markt.
De Minister van financiën Robertson breidde het takenpakket van de centrale bank van Nieuw-Zeeland vorige maand uit. De RBNZ moet sinds februari de huizenmarkt in ogenschouw nemen wanneer ze zich beraadt over het monetair beleid. Impliciet gebeurde dat al langer maar ze hoefde zich voor de impact van het beleid op de huizenmarkt nooit echt te verantwoorden. Dat is nu anders. Omdat de oververhitte huizenmarkt een direct gevolg is van de zeer gulle monetaire ondersteuning, concludeerde de markt dat de versoepelingscyclus van de RBNZ definitief voorbij was. Meer nog: aan de horizon zag ze een eerste, kleine verhoging van de beleidsrentes opdoemen. Maar door zelf macro-prudentiële maatregelen te nemen, verlicht de regering de druk op de centrale bank. Van die met mondjesmaat verdisconteerde rentestijging schiet vanmorgen nog weinig over. De lange Nieuw-Zeelandse rentes tuimelen met meer dan 6 basispunten. De kiwi dollar is kind van de rekening. NZD/USD (0,707) daalt voorbij een eerste steunzone rond 0,71 tot het laagste niveau sinds december vorig jaar. De eerstvolgende steun situeert zich in de buurt van 0,70.