Sentimentsindicatoren stoppen opmars

Uit het departement: "Beursblik in een notendop"

De Europese beurzen eindigden de week in mineur (-0,7%) waarmee herstel van de sell-off van de week ervoor werd getemperd tot iets meer dan 1%. De euro naderde het dieptepunt van na de verkiezingen (€1 = $1,0668), alvorens de verliezen weer milderen (€1 = $1,0692). Centraal stonden een hele rist PMI-indicatoren, die de Amerikaanse en Duitse 10-jaarsrente per saldo met 1 tot 2 basispunten drukten (tot 4,25% en 2,4%). Zowel de olie- als de gasprijs klokten ietwat lager af, maar dat werd in het eerste geval gecompenseerd door de duurdere dollar. 

Update van de PMI-indicatoren 

De Europese beursverliezen werd voornamelijk op het conto geschreven van een teleurstellende PMI-indicator voor het ondernemersvertrouwen. De juni-editie werd gekleurd door de “Franse verrechtsing”, wat de sentimentsindicator in het land drukte naar 48,2 punten, zodat de barometer voor de hele Eurozone een duik nam van 52,2 naar 50,2 punten. S&P Global merkte dan ook niet verrassend op dat de onrust in de nasleep van de Europese verkiezingen en de Franse onverwachte verkiezingen “waarschijnlijk voor veel onzekerheid hebben gezorgd”.

Een belangrijk gevolg is dat de BBP-groei voor het tweede kwartaal nu op 0,2% op kwartaalbasis geraamd wordt, onder meer omdat de totale netto werkgelegenheid in maart aan het traagste tempo toenam sinds maart. Wel positief is dat de inputprijzen voor een tweede maand op rij daalden, omdat de barometer in de dienstensector naar het laagste peil in 38 maanden terugviel. De verwerkende industrie zag de prijzen dan weer voor het eerst in 16 maanden stijgen, en da’s ook al iets.

Amerika verrast in positieve zin

In tegenstelling tot Japan, het VK en de eurozone lagen de Amerikaanse PMI-indicatoren aan de bovenkant van de verwachtingen, waardoor de markten waarschijnlijk een beetje verrast werden. De samengestelde lezing steeg immers van 54,5 naar 54,6 punten, waarbij zowel de dienstensector (55,1 punten) als de verwerkende industrie (51,7 punten) wezen op een mooie algemene economische expansie. De Amerikaanse rente kreeg daardoor wat extra zuurstof, zodat de verliezen die eerder op de dag op de tabellen verschenen wat wegdeemsterden.

Aanhoudende Chinese groeizorgen

De beurs van Hongkong verliest vannact 0,7%, terwijl Shanghai 0,4% lager werd gezet en zowel Seoel als Syndey 0,8% in het rood doken. De Shanghai Composite daalde met 1,2%, terwijl de Shenzhen Component 1,1% verloor tot het laagste peil in zowat vier maanden. Beleggers blijven immers kapitaal uit China weghalen omdat de economische cijfers eerder teleurstellen, maar nog meer omdat krachtige beleidsmaatregelen uitblijven. Concreet zouden beleggers voor in juni alleen al voor 4,5 miljard dollar aan Chinese aandelen verkocht hebben via het Stock Connect Scheme-platform dat de handel met Hongkong connecteert. Dat de Chinese beurs sinds begin 2023 barslecht presteert mag dan ook niet verwonderen…

Wat u vandaag mag verwachten

Op de economische kalender valt eigenlijk enkel de Duitse IFO-indicator voor juni op. Die zou een status quo moeten laten zien op 89,3 punten, maar riskeert vooral ingehaald geweest te zijn door de publicatie van de Europese PMI-data op vrijdag. Voor de liefhebbers is er ook nog inzicht in het Belgische zakelijke vertrouwen en zijn er speeches van Nagel, Villeroy, Schnabel (ECB) en Daly (Fed). Maar daar wordt erg weinig nieuws verwacht.

Bedrijfsresultaten zijn er amper, maar we verwijzen u niettemin graag naar de cijfers van Prosus, de ondertussen welbekende moederholding boven het grote, Chinese Tencent.